De bewondering voor de schilderkunst van de 17e eeuw, maar dan vertaald naar het heden staat aan de basis van het werk van Grace (Amsterdam, 1968). Mede geïnspireerd door een jeugd waarin kunst en antiek uit Azië een belangrijke rol speelden, heeft ze een bijzondere schilderstijl ontwikkeld. Grace schildert met olieverf in zes basiskleuren (wit, zwart, oker, bruin, blauw en rood). Omdat Grace een aanvulling zocht op haar kleurpalet, reisde ze in mei 2019 naar Venetië, waar ze – eveneens natuurlijke – hoogwaardige pigmenten speciaal voor haar liet mengen. Uit deze combinatie ontstaan heel verfijnde, unieke tonen, die Grace gebruikt om vervolgens – met slechts twee kwasten en haar vingers – magie op het schilderslinnen te laten ontstaan. Met een duidelijke eigen stijl die draait om expressie, schoonheid en uiteraard dat unieke kleurgebruik. Naast warme jeugdherinneringen, vormt Grace’ verzameling van Aziatische objecten (zoals porselein in klassiek blauwwit, antieke zijden kimono’s en schoentjes, Indonesisch houtsnijwerk en kleurige papieren lantaarns) vaak het beginpunt voor haar inspiratie. Op de doeken van Grace verschijnen vervolgens intieme en dromerige portretten van Aziatische meisjes en soms stillevens: “Aziatische vrouwengezichten hebben iets sereens, ongrijpbaars en exotisch, anders dan in onze gejaagde westerse wereld. Het schilderen van deze – niet-bestaande – oriëntaalse gezichtjes blijft me voorlopig dan ook fascineren.”