Joost (1975), was vanaf jongs af aan altijd al aan het tekenen en dit was dan ook geen toeval. Er waren begenadigde tekenaars in de familie, die een voorbeeld voor hem waren en ondersteunde hem in zijn ontwikkeling. Met altijd en HB-potlood tekende Joost op A3 vellen stadslandschappen en skylines van grote, fictieve metropolen.
De Academia in Rotterdam (tegenwoordig Willem de Kooning Academy) leek voor hem een logische volgende stap, maar hij vond er zijn draai niet en koos een loopbaan in vastgoed en projectontwikkeling. Australië trok hem vervolgens en daar ging hij een aantal jaren werken bij de aanleg van infrastructuur in de Outback, in rauwe landschappen die zich vastzetten op zijn netvlies.
Terug in Nederland kocht hij weer een potlood en een tekenblok. Penselen volgden en aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen studeerde hij in 2019 af op klassieke schilderkunst – moderne landschapskunsten.
Gevestigd in Eindhoven, schildert hij nu fulltime met als hoofddoel het vertalen van het moderne landschap. Dit is een doorlopende zoektocht, waarbij hij ‘in het veld’ speurt naar nét dat beeld dat geschikt is voor transformatie van foto naar doek. Het uitgangspunt is realistisch, natuurgetrouw. ‘Dan volgt de vertaling, de vervreemding, van een niet per definitie spannend beeld naar iets fascinerends of onwerkelijks.’
Hij gaat tot de rand van het overdrevene, op het snijpunt van realisme en abstractie. Wat hij zelf schildert is door sommige verzamelaars ‘Modern Hopperiaans’ genoemd.